12 soorten buitenverlichting voor jouw tuin of oprit
Ontdek welke soorten buitenlampen er zijn, welke energiebronnen er zijn (zoals netstroom, solar of batterij) en wat de nieuwste trends in tuinverlichting zijn. Zo kies je eenvoudig de juiste buitenverlichting voor jouw situatie.
Welke soorten buitenverlichting zijn er?

1. Tuinspots
Tuinspots zijn richtbare armaturen met een smalle lichtbundel van 15° tot 60°, bedoeld om specifieke elementen zoals bomen, struiken of gevels aan te lichten. De spots zijn beschikbaar in 12V laagspanning (veilig en eenvoudig te installeren) of 230V netspanning (krachtiger en geschikt voor permanente aanleg). Voor buitengebruik is een IP65-classificatie aanbevolen; dit betekent volledig stofdicht en bestand tegen waterstralen.
Plaats de tuinspot op 1 tot 2 meter afstand van het object dat je wilt verlichten, onder een hoek van 30 tot 45 graden. Dit voorkomt overbelichting en zorgt voor een natuurlijk verloop van licht en schaduw. Gebruik bij voorkeur warm wit licht (2700K–3000K) voor zachte belichting van beplanting.
2. Prikkabels (lichtslingers)
Prikkabels zijn flexibele kabels met fittingen op gelijke afstand, waarin je dimbare LED-lampen (bij voorkeur 2000K–2700K) plaatst voor zacht, warm licht. Ze zijn geschikt voor tijdelijk gebruik bij feesten, maar ook voor permanente montage in overkappingen, bomen of tussen palen. De meeste lichtslingers zijn IP44 of hoger, en dus bestand tegen spatwater en regen.
Span de kabel op een hoogte van minimaal 2,20 meter boven een looppad of zithoek. Houd de doorhang beperkt om verblinding te voorkomen. Bevestig de uiteinden stevig met ringen of haken aan een gevel, paal of boomstam.
3. Lantaarns
Lantaarns zijn verplaatsbare of vaste tuinlampen met een diffuse lichtopbrengst tot ongeveer 150 lumen. Ze worden gebruikt als oriëntatieverlichting in donkere hoeken of bij entreepunten. Lichtbronnen variëren van LED tot kaarsen of olie, afhankelijk van het model. Typische materialen zijn metaal, glas of weerbestendig kunststof. De meeste lantaarns zijn bedoeld voor beschutte buitenruimtes en hebben een IP-waarde van IP20 tot IP44.
Plaats lantaarns op ooghoogte (80–120 cm) bij banken, deuren of terrassen. Zet drie lantaarns in een driehoekige opstelling om de lichtverdeling te spreiden en donkere zones te voorkomen. Gebruik modellen met warme kleurtemperatuur (2500K–2700K) voor een zachte gloed.

4.Verlichting bij paden
Padverlichting zorgt ervoor dat looproutes in de tuin of oprit veilig en goed zichtbaar blijven, ook bij schemer of in het donker. Typische armaturen zijn sokkellampen (30–60 cm hoog) of lage paalverlichting, uitgevoerd met een neerwaartse lichtbundel om verblinding te voorkomen. De lichtkleur ligt tussen 2700K en 3000K voor prettig zicht zonder scherp contrast.
Plaats padverlichting op een afstand van 2 tot 4 meter tussen de lampen, aan één zijde van het pad of afwisselend links en rechts. Richt het licht altijd naar beneden en voorkom obstakels in de lichtlijn.
5. Trapverlichting
Trapverlichting is essentieel om hoogteverschillen in de tuin goed zichtbaar te maken en het risico op struikelen of vallen te verkleinen. Geschikte armaturen zijn inbouwspots in de stootborden, wandlampjes op kniehoogte of LED-strips onder de treden. De lichtbundel is smal en gericht, met lage lichtsterkte (100–200 lumen) om storend licht te vermijden.
Gebruik lage, indirecte verlichting met een brede lichtverstrooiing, bijvoorbeeld ingebouwde LED-spots (IP65) met een warme kleurtemperatuur. Plaats verlichting bij elke tweede of derde trede voor evenwichtige spreiding.
6. Deurbelverlichting
Verlichting bij de deurbel is belangrijk voor zowel bewoners als bezoekers. Het maakt de bel zichtbaar, vergemakkelijkt het openen van de deur en verhoogt het gevoel van veiligheid. Veelgebruikte opties zijn wandlampen met geïntegreerde sensor, kleine LED-spots boven of naast de bel, of verlichte deurbellen zelf.
Plaats een compacte wandlamp op circa 150–160 cm hoogte, iets boven of naast de deurbel, en kies bij voorkeur een model met bewegingssensor of schemerschakelaar. Zo brandt het licht alleen wanneer dat nodig is. Gebruik warm wit licht (2700K) om verblinding bij ooghoogte te voorkomen.

7. Bewegingssensorlampen (700–1.200 lumen)
Bewegingssensorlampen gaan automatisch aan wanneer beweging wordt gedetecteerd binnen het detectiebereik van de sensor. Dit gebeurt via een passieve infraroodsensor (PIR) die warmteveranderingen oppikt. Ze schrikken ongewenste bezoekers af en zorgen voor verlichting precies wanneer dat nodig is, zonder onnodig energieverbruik.
Plaats bewegingssensorlampen op 2 tot 2,5 meter hoogte bij toegangen zoals de voordeur, achterdeur, garage of zijpad. Kies een model met een detectiehoek van 120–180 graden en stel de sensor in zodat deze alleen bij menselijke beweging activeert, om vals alarm door dieren of bladeren te voorkomen.
8. Schrikverlichting (1.200+ lumen)
Schrikverlichting is plotseling inschakelende verlichting die ongewenste bezoekers direct zichtbaar maakt en afschrikt. Het gaat om felle LED-schijnwerpers (1.200 lumen) met bewegingssensor, geplaatst op donkere hoeken of open plekken.
Monteer schrikverlichting op een hoek van het huis of garage, gericht op kwetsbare zones zoals achterpoorten of blinde muren. Combineer met een schemersensor zodat het systeem alleen bij duisternis geactiveerd wordt. Gebruik bij voorkeur een model met instelbare tijdsduur en lichtintensiteit.
9. Camera- en intercomverlichting (300–700 lumen)
Camera- en intercomverlichting ondersteunt de werking van beveiligingscamera’s of video-intercomsystemen. Het zorgt voor voldoende, gelijkmatige belichting van gezichten en ingangen zonder overbelichting of harde schaduwen. Veel modellen hebben geïntegreerde LED-verlichting die automatisch inschakelt bij beweging of via een schemersensor.
Installeer deze verlichting net boven of naast de camera of intercom, op een hoogte van circa 1,8 tot 2 meter. Kies een lamp met een brede stralingshoek en diffuus licht van 300–700 lumen, zodat bezoekers goed zichtbaar zijn voor de camera — zonder dat het beeld wordt overstraald.

7. Bewegingssensorlampen (700–1.200 lumen)
Bewegingssensorlampen gaan automatisch aan wanneer beweging wordt gedetecteerd binnen het detectiebereik van de sensor. Dit gebeurt via een passieve infraroodsensor (PIR) die warmteveranderingen oppikt. Ze schrikken ongewenste bezoekers af en zorgen voor verlichting precies wanneer dat nodig is, zonder onnodig energieverbruik.
Plaats bewegingssensorlampen op 2 tot 2,5 meter hoogte bij toegangen zoals de voordeur, achterdeur, garage of zijpad. Kies een model met een detectiehoek van 120–180 graden en stel de sensor in zodat deze alleen bij menselijke beweging activeert, om vals alarm door dieren of bladeren te voorkomen.
8. Schrikverlichting (1.200+ lumen)
Schrikverlichting is plotseling inschakelende verlichting die ongewenste bezoekers direct zichtbaar maakt en afschrikt. Het gaat om felle LED-schijnwerpers (1.200 lumen) met bewegingssensor, geplaatst op donkere hoeken of open plekken.
Monteer schrikverlichting op een hoek van het huis of garage, gericht op kwetsbare zones zoals achterpoorten of blinde muren. Combineer met een schemersensor zodat het systeem alleen bij duisternis geactiveerd wordt. Gebruik bij voorkeur een model met instelbare tijdsduur en lichtintensiteit.
9. Camera- en intercomverlichting (300–700 lumen)
Camera- en intercomverlichting ondersteunt de werking van beveiligingscamera’s of video-intercomsystemen. Het zorgt voor voldoende, gelijkmatige belichting van gezichten en ingangen zonder overbelichting of harde schaduwen. Veel modellen hebben geïntegreerde LED-verlichting die automatisch inschakelt bij beweging of via een schemersensor.
Installeer deze verlichting net boven of naast de camera of intercom, op een hoogte van circa 1,8 tot 2 meter. Kies een lamp met een brede stralingshoek en diffuus licht van 300–700 lumen, zodat bezoekers goed zichtbaar zijn voor de camera — zonder dat het beeld wordt overstraald.

Energiebronnen van buitenverlichting
De keuze voor een energiebron is bepalend voor de efficiëntie, het onderhoud en de toepassingsmogelijkheden van je buitenverlichting. In de onderstaande tabel zie je de drie meest gebruikte types: LED-lampen, solar buitenverlichting en halogeen/traditionele verlichting.
Kenmerk | LED-buitenverlichting | Solar buitenverlichting | Halogeen/traditioneel |
---|---|---|---|
Energieverbruik | Laag – tot 80% minder dan halogeen | Zeer laag – werkt zonder netstroom | Hoog – tot 5× meer dan LED |
Levensduur in jaren | 25.000–50.000 uur → 25–50 jaar bij 3 uur gebruik per dag | 2.000–3.000 uur → 2–3 jaar (batterij vervanging nodig) | ±2.000 uur → 2 jaar bij beperkt gebruik (3 uur per dag) |
Lichtsterkte (lumen) | 200–2.000 lumen, afhankelijk van model | ±100–300 lumen (laag) | 1.000–2.000 lumen (hoog) |
Kabels nodig | Ja – 230V of 12V aansluiting vereist | Nee – volledig draadloos | Ja – vaste netaansluiting nodig |
Installatiegemak | Gemiddeld – vraagt om bekabeling | Zeer eenvoudig – alleen plaatsen | Gemiddeld – aansluiting vereist |
Onderhoud | Weinig – zelden vervangen nodig | Matig – batterij vervangen na 2–3 jaar | Veel – korte levensduur, regelmatig vervangen |
Duurzaamheidsprofiel | Hoog – energiezuinig, lange levensduur, weinig materiaalverbruik | Redelijk – duurzaam in gebruik, maar milieubelasting door batterijen | Laag – hoge energiebehoefte, korte levensduur, veel afval |
Geschikt voor | Structurele verlichting (oprit, gevel, tuinpad, beveiliging) | Tuinpaden zonder stroom, tijdelijke decoratie | Tijdelijke toepassingen, bestaande oude installaties |
Hoe kies je de juiste buitenverlichting?
Je kiest de juiste buitenverlichting door te bepalen wat het doel is (sfeer, veiligheid of taakverlichting), waar de lamp geplaatst wordt (beschut of onbeschut), en welke beschermingsgraad (IP-waarde) daarvoor vereist is.
1. Kies het juiste type verlichting: Sfeerverlichting gebruik je in de tuin of op het terras, veiligheidsverlichting bij de oprit of voordeur, en taakverlichting langs paden of trappen.
2. Let op de IP-waarde: IP44 is geschikt voor beschutte plaatsen zoals onder een afdak, IP65 is nodig voor volledig blootgestelde locaties zoals een gevel of tuinpad, en IP67 kies je bij vijvers of natte zones.
Energiebronnen van buitenverlichting
De keuze voor een energiebron is bepalend voor de efficiëntie, het onderhoud en de toepassingsmogelijkheden van je buitenverlichting. In de onderstaande tabel zie je de drie meest gebruikte types: LED-lampen, solar buitenverlichting en halogeen/traditionele verlichting.
Kenmerk | LED-buitenverlichting | Solar buitenverlichting | Halogeen/traditioneel |
---|---|---|---|
Energieverbruik | Laag – tot 80% minder dan halogeen | Zeer laag – werkt zonder netstroom | Hoog – tot 5× meer dan LED |
Levensduur in jaren | 25.000–50.000 uur → 25–50 jaar bij 3 uur gebruik per dag | 2.000–3.000 uur → 2–3 jaar (batterij vervanging nodig) | ±2.000 uur → 2 jaar bij beperkt gebruik (3 uur per dag) |
Lichtsterkte (lumen) | 200–2.000 lumen, afhankelijk van model | ±100–300 lumen (laag) | 1.000–2.000 lumen (hoog) |
Kabels nodig | Ja – 230V of 12V aansluiting vereist | Nee – volledig draadloos | Ja – vaste netaansluiting nodig |
Installatiegemak | Gemiddeld – vraagt om bekabeling | Zeer eenvoudig – alleen plaatsen | Gemiddeld – aansluiting vereist |
Onderhoud | Weinig – zelden vervangen nodig | Matig – batterij vervangen na 2–3 jaar | Veel – korte levensduur, regelmatig vervangen |
Duurzaamheidsprofiel | Hoog – energiezuinig, lange levensduur, weinig materiaalverbruik | Redelijk – duurzaam in gebruik, maar milieubelasting door batterijen | Laag – hoge energiebehoefte, korte levensduur, veel afval |
Geschikt voor | Structurele verlichting (oprit, gevel, tuinpad, beveiliging) | Tuinpaden zonder stroom, tijdelijke decoratie | Tijdelijke toepassingen, bestaande oude installaties |
Hoe kies je de juiste buitenverlichting?
Je kiest de juiste buitenverlichting door te bepalen wat het doel is (sfeer, veiligheid of taakverlichting), waar de lamp geplaatst wordt (beschut of onbeschut), en welke beschermingsgraad (IP-waarde) daarvoor vereist is.
1. Kies het juiste type verlichting: Sfeerverlichting gebruik je in de tuin of op het terras, veiligheidsverlichting bij de oprit of voordeur, en taakverlichting langs paden of trappen.
2. Let op de IP-waarde: IP44 is geschikt voor beschutte plaatsen zoals onder een afdak, IP65 is nodig voor volledig blootgestelde locaties zoals een gevel of tuinpad, en IP67 kies je bij vijvers of natte zones.